vrijdag 24 april 2009

Het “Tarmac vs Prinskensmolen”-project is een ingetogen ode aan het miskende genie Sir John David Mac Tarmac (1682 – 1730). Een uomo universale pur sang die in onze contreien verzeild raakte tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701 – 1714) als metgezel en persoonlijk adviseur van de geallieerde veldheer John Churchill, hertog van Marlborough.

Na het bereiken van een precair machtsevenwicht, kreeg J.D wat meer ademruimte om zijn ongebreidelde vernieuwingsdrang tentoon te spreiden. Tot dan toe had hij zich voornamelijk bezig gehouden met vestingbouw en het ontwerpen van dodelijk efficiënte oorlogstuigen. Door de welgekomen strategische impasse kreeg hij de kans zijn uitvindingen een meer humanitair, utilitair en voluntaristisch karakter te geven.

Zo werd hij door de Meerhoutse gezagsdragers aangesproken om zijn ongezien technisch vernuft ten dienste te stellen van de “Gemeenschap”. Tijdens zijn 6 jaar durend verblijf in Meerhout was Mac Tarmac verantwoordelijk voor talrijke technologische vernieuwingen die allen opvielen door hun verpletterende creativiteit. Het pronkstuk in zijn reeks meesterwerken was ongetwijfeld de Blaskesmeulen (1703) .

Deze “meulen” was ontworpen als een apparatus mobile dat moest instaan voor de “dagdagelijkse fysieke en mentale hygiëne van de Meerhoutse bevolking”. Via een ingenieus systeem van zeepbaden en bellenringen verspreidde de molen een uit het Verre Oosten geïmporteerde zeepachtige substantie, sabun genaamd.

In 1709 raakte Mac Tarmac helaas verwikkeld in een conflict met Valeer Willems, pachtheer van de toenmalige Franse enclave ‘De Veedijk’. “Den Tar” (zoals JD in de volksmond genoemd werd) was tevens een begenadigd schilder. Maar het door Valeer bestelde portret van zijn vrouw Agnetha Blumenteil viel niet in goede aarde. De prachtig afgebeelde voluptueuze achtersteven van mevrouw Willems liet immers niets aan de verbeelding over. Mac Tarmac liet zich compleet gaan en zijn amoureuze uitspattingen en ongekend luidruchtige nachtelijke bezoekjes aan de lokale drankgelegenheden werden hem niet in dank afgenomen door de invloedrijke behoudsgezinde burgerij.

Het duurde dan ook niet lang meer voor Saint Mac uit de gunst raakte van het plaatselijke bestuur ondanks zijn immense populariteit. Ook het Engels regiment liet hem als een steen vallen. In mei 1709 werd hij uit het dorp verdreven. Hij sloot zich aan bij de rondzwervende Schotse Brigade en leefde verder een anoniem bestaan op het Schotse eiland Islay, waar hij zich, op een eerder bescheiden wijze, toelegde op het stoken van single malt whisky.

Ontluisterende eindnoot van deze tragedie humaine was het in 1728 ontmantelen van de Blaskesmeulen tot een ordinaire korenmolen, de huidige Prinskensmolen. Opdrachtgever van deze laaghartige wraakactie was Jan-Pieter Willems, in verre omstreken gekend als de “Rosse Mulder”. De overlevering wil dat Mac Tarmac op zijn eenzaam sterfbed vreedzaam insliep met de vergeelde schetsen van de Blaskesmeulen in de vuist geklemd....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten